Berichten

Matthijs van Miltenburg (D66-Europarlementariër) pleit voor Europese drone regelgeving

Regelgeving moet in de 6e versnelling
D66-Europarlementariër Matthijs van Miltenburg vindt het van groot belang dat drones op een verantwoorde en veilige manier deel gaan uitmaken van het luchtruim. Daar pleitte hij vandaag voor in een debat in de Transportcommissie van het Europees Parlement. “Afgelopen week nog stortte er een drone neer vlakbij een landingsbaan van Schiphol omdat de bestuurder de controle verloor over het toestel. En dit is niet de eerste keer dat zoiets gebeurt. Daarom moeten we vaart maken met eenduidige Europese regels voor civiel gebruik. Zowel over de veiligheid, vergunningen en privacy.”

Snelle ontwikkelingen
De industrie rondom drones is volop in ontwikkeling en biedt kansen voor economische groei. In Nederland gaat het vooral om jonge innovatieve bedrijven. Drones worden steeds vaker ingezet voor de inspectie van hoge gebouwen, van infrastructuur of voor bijvoorbeeld de precisielandbouw. Van Miltenburg: “Zoals wel vaker de laatste jaren heeft de technologie de wetgeving flink ingehaald. Er is nog geen duidelijke Europese regelgeving waardoor er een wildgroei aan nationale regeltjes ontstaat. Zo zijn er tussen de Europese landen grote verschillen in benodigde vergunningen, toegestane vlieghoogten en bereik. Bedrijven willen weten waar ze aan toe zijn om te investeren in de veelbelovende ontwikkeling van drones.”

Drone industrie groeit hard

Privacy
Naast Europese wetgeving voor de veilige integratie van drones in het luchtruim, is het voor D66 essentieel de privacy te beschermen. Daarin wordt voorzien met nieuwe Europese privacyregelgeving die momenteel wordt uit onderhandeld. Daarnaast rekent D66 ook op de ontwikkeling van nieuwe technologieën die privacy-oplossingen bieden.

Tevens was Van Miltenburg kortgeleden op werkbezoek Aerialtronics in Scheveningen, een van de bedrijven die drones ontwerpt en produceert voor commerciële doeleinden. Van Miltenburg, woordvoerder voor de ALDE in het EP op het onderwerp “drones voor civiel gebruik”, stelt vast dat door het gebrek aan eenduidige regelgeving de ontwikkelingen in de sector en investeringen achterblijven. Het uitblijven van Europese regels voor civiel gebruik van drones werkt belemmerend voor de vele start ups die op dit gebied actief zijn.

Uiteraard volgen wij alles op de voet en zodra er meer bekend is over de regelgeving melden we dit direct!

Alles is na te luisteren tijdens de toelichting van de nota — >  Youtube

 

ILT publiceert incidentmeldingen met drones

Drone op vliegveld

Er is een stijgende trend in het aantal incidentmeldingen waarbij onbemande luchtvaartuigen, veelal drones, zijn betrokken. Daarnaast neemt professioneel gebruik van drones toe. Ook is het aantal overtredingen bij recreatieve gebruikers hoger dan bij beroepsmatige gebruikers. Dat blijkt uit een informatieblad over de incidentmeldingen van drones van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) dat op 23 juni 2015 is gepubliceerd.

Toename incidentmeldingen 
Het aantal incidentmeldingen is gestegen van 8 in 2012 naar 27 in 2014. De toename van het aantal meldingen houdt verband met het toegenomen gebruik van drones. Deze toename is ook te zien in de stijgende lijn in aanvragen van project- en bedrijfsontheffingen door de jaren heen. Melders van incidenten zijn voornamelijk bemande luchtvaart en professionele dronegebruikers zelf. De incidentmeldingen worden onderverdeeld in eenzijdige (incidenten waarbij één luchtvaarttuig is betrokken) en tweezijdige incidenten (hierbij zijn meerdere luchtvaarttuigen betrokken).

Bij eenzijdige incidentmeldingen gaat het voornamelijk om beroepsmatige dronegebruikers. Bij 11 van de 13 eenzijdige incidenten in 2013 en 2014 is sprake van een crashlanding die plaatsvindt binnen de veiligheidszone van 150 m afstand tot mensen, bebouwing en wegen. De veiligheidszone lijkt dus zowel noodzakelijk als afdoende.

Sinds 2012 heeft de ILT 36 icidentmeldingen ontvangen waarbij meerdere luchtvaartuigen betrokken zijn. De meeste incidenten worden gemeld door general aviation en laagvliegend beroepsluchtvaart die bij het incident betrokken zijn. Zeer waarschijnlijk gaat het hier om incidenten met recreatieve dronegebruikers.

Overtredingen 
Sinds 1 juli 2013 riskeren bestuurders van drones die zich niet aan de regels houden een proces-verbaal van de politie. In 2013 en 2014 legt de politie 30 keer een proces-verbaal op. Het gaat dan om overtredingen zoals het vliegen zonder klaring van de plaatselijke luchtverkeersleiding, beroepsmatig vliegen zonder ontheffing, vliegen in de nacht of bij weinig zicht en vliegen boven mensen en bebouwing. Het aantal bekeuringen voor modelluchtvaartuigen/recreatieve dronegebruikers ligt aanzienlijk hoger dan voor beroepsmatige gebruikers.

Plaats in het luchtruim 
De meeste incidenten vinden plaats in luchtruimklasse G waar geen toestemming van luchtverkeersleiding nodig is. Een risico is ook dat vliegers in een klein vliegtuig of helikopter zich soms niet realiseren dat modelvliegers tot 300 m boven grond of water mogen vliegen. Soms komt het ook voor dat vliegers van bemande vliegtuigen uit nieuwsgierigheid komen kijken naar een activiteit van een beroepsmatige dronevlieger. Omdat dronevliegers voorrang moeten verlenen aan andere luchtvaart, kan dat een verstoring van hun activiteiten opleveren en daarmee mogelijke risicovolle situaties.

verdeling_luchtruim_RPAS-drone_rondom_vliegveld

Incidentmeldingen Over de afgelopen 3 jaar is er een stijgende trend te zien van incidentmeldingen waarbij een RPAS of een modelluchtvaartuigen betrokken was. Incidentmeldingen De meldingen komen voornamelijk uit de bemande luchtvaartvaart en een deel van de meldingen wordt door de RPAS operators gemeld. Er hebben 2 ernstige incidenten (bijna ongevallen) met modelvliegtuigen plaatsgevonden (in 2013 en 2014).

Beroepsmatig: RPAS Op grond van de regeling modelvliegen is het beroepsmatig gebruik van RPAS verboden, tenzij de inspectie ontheffing heeft verleend. Vanaf 1 juli 2015 gelden nieuwe regels waarbij bedrijven een vergunning moeten hebben. Bedrijven en ontheffingen In 2014 hadden 13 bedrijven een (bedrijfs-) ontheffing. Begin 2015 zijn 13 aanvragen voor bedrijfsontheffingen in procedure. In afwachting van de bedrijfsontheffing kunnen bedrijven per project een toestemming aanvragen. In 2014 werden 174 projectontheffingen verleend, bijvoorbeeld voor luchtfotografie en industriële inspecties.

Recreatief: modelvliegtuigen Als ‘drones’ recreatief worden gebruikt, is sprake van modelluchtvaartuigen. Modelluchtvaartuigen kunnen door iedereen gebruikt worden, als men zich houdt aan de Regeling modelvliegen.

Handhaving Sinds 1 juli 2013 is de Regeling modelvliegen beter handhaafbaar (minder complex) en kan de Politie processen verbaal (PV) opmaken wanneer Processen verbaal bestuurders van modelluchtvaartuigen of RPAS zich niet aan de regels houden. Het aantal bekeuringen voor modelluchtvaartuigen ligt aanzienlijk hoger dan dat voor RPAS. Uit de processen verbaal is te achterhalen om welke overtredingen het gaat. Het komt voor dat er meer dan één overtreding per proces verbaal wordt genoteerd.

Eén- en tweezijdige incidenten De incidentmeldingen die bij de ILT binnenkomen, worden grofweg onderverdeeld in eenzijdige incidenten – waar alleen een RPAS of modelluchtvaartuig bij betrokken is – en tweezijdige incidenten – waarbij ook een ander luchtvaartuig betrokken is. Eenzijdige (l) en tweezijdige (r) incidenten Tweezijdige incidenten (totaal 36) worden deels vanuit de bemande luchtvaart gerapporteerd (27) en deels door de RPAS operators (9). Voor meldingen met tweezijdige incidenten (model en RPAS) is geïnventariseerd welk type ‘bemande’ luchtvaart betrokken was. Hierbij is een onderscheid gemaakt in general aviation1 , beroepsmatig laag vliegend luchtverkeer (helikopters van politie, HEMS en Defensie) en verkeersluchtvaart (transport). De meeste incidenten betreffen meldingen waar general aviation of (laag vliegende) Incidenten (model en RPAS) met andere luchtvaart beroepsluchtvaart bij betrokken waren. In 8 gevallen was sprake van commercieel transport (verkeersluchtvaart). Uit deze gevallen met commercieel transport is het zeer waarschijnlijk dat de onbemande toestellen modelluchtvaartuigen waren.

Veiligheidszone Bij RPAS groeit het aantal een- en tweezijdige incidenten over de gerapporteerde periode ongeveer gelijk. Bij 11 van de 13 (2013 + 2014) eenzijdige incidenten is sprake van een ongecontroleerde landing, waarbij -9 keer- de schade aan het (eigen) luchtvaartuig groot was. Alle gevallen deden zich voor bij bedrijven met een ontheffing. Vrijwel alle crashlandingen vonden volgens de melders plaats binnen de veiligheidszone (150 m afstand tot mensen, wegen en bebouwing), zodat het er op lijkt dat deze zone zowel noodzakelijk als afdoende is.

Plaats in het luchtruim Uit de meldingen blijkt dat de meeste incidenten met RPAS plaatsvinden in luchtruimklasse G (klasse waarin zowel VFR- en IFR verkeer voorkomt; er is geen toestemming van de luchtverkeersleiding nodig). De luchtruimklassen A, B, C en D worden door een luchtverkeersdienst gecontroleerd. Incidenten in deze luchtruimten zijn doorgaans interacties met ander luchtverkeer, waaronder de grote of verkeersluchtvaart. In klasse C en D luchtruim (in Nederland de plaatselijke luchtverkeersleidinggebieden – CTR’s) ging het ook om miscommunicatie en onjuiste verwachtingen bij vliegers (zowel van RPAS als van bemande luchtvaartuigen) over de rol van de luchtverkeersleiding. De laatste is verantwoordelijk voor informatieverstrekking aan (bekend) VFR verkeer, waaronder RPAS en modelvliegtuigen. Illegale RPAS operatie levert een gevaar op voor de luchtvaart onderling.

Gebruik luchtruim klasse G Uit de incidenten in klasse G met interactie blijkt ook dat niet iedere privévlieger zich realiseert dat modelvliegers in klasse G luchtruim tot 300 m (1000 ft AGL) boven grond of water mogen vliegen. Ook komt het voor dat men in een vliegtuig of helikopter uit nieuwsgierigheid komt kijken naar een RPAS activiteit die in een NOTAM is aangekondigd. Dat leidt tot verstoring van de RPAS activiteit, mede omdat deze voorrang moet verlenen aan de bemande luchtvaart. Het levert uiteraard ook onnodige risico’s op.

Tips
Naast de voorgaande informatie vanuit het Analyse Bureau Luchtvaart (ABL) wordt door de experts van ILT/Luchtvaart een aantal aanbevelingen gegeven; Vluchtvoorbereiding
– Controleer vooraf of alles aan het apparaten/of grondstation correct functioneert.
– De eigenschappen van een grondstation kunnen wijzigen door het gebruik met een andere RPAS. Gebruik een grondstation daarom alleen in een ‘vaste combinatie’ met een specifieke RPA of controleer voorafgaand aan de eerstvolgende vlucht met het eigen RPA alle functies.
– Houdt bij de vluchtvoorbereiding rekening met eventuele turbulentie. Als tijdens de vlucht blijkt dat de turbulentie groter is dan verwacht, laat de RPA dan direct terugkeren naar het landingsterrein.
– De overdracht van (een deel) van de controle over de RPAS of de payload blijkt foutgevoelig. Het komt voor dat de besturing van de RPAS onbedoeld/onverwacht wordt overgedragen aan de cameraman. Voorkom dit risico door beide besturingsfuncties (RPAS en payload) bij de vluchtvoorbereiding te scheiden.
– Ga niet vliegen als het apparaat met draaiende propeller(s)/rotors is omgevallen. Ook niet als er geen zichtbare beschadigingen zijn. Er kunnen beschadigingen aan de binnenkant zijn ontstaan die via een controle en reparatie door de fabrikant verholpen kunnen worden.
– Niet elke fabrikant test software updates voordat deze aan gebruikers wordt aangeboden. Controleer daarom na elke update of de RPAS volledig en correct functioneert. Doe dat als onderdeel van de vluchtvoorbereiding en test het op een veilige locatie.

 

Voor de actuele luchtvaart klasse informatie — > Luchtvaartmapping

Dit is een publicatie van: Inspectie Leefomgeving en Transport

Verzekerings-plicht (uav) drones eind 2015…+ Update

Vooruit kijkend naar de nieuwe wet en regelgeving die er over een dikke 2 weken aan komt, kunnen wij nu alvast aangeven dat drone’s vanaf 2015 verzekerd moeten zijn.
Dit komt uit de studie groep ministerie van V&J (Veiligheid & Justitie).
het betreft hier drones die in alles categorieen vallen, zowel de piloten van professionele als de “mini drones” krijgen deze plicht.
Voor de commerciële vluchten was dit altijd al een plicht om verzekerd te zijn, maar de hobbyisten zullen dit zeker als een koude douche ervaren.
Buiten het feit dat deze groep zeer beperkt word om hun vluchten binnen een kleinere straal (100 horizontaal en 50 verticaal) te vliegen, moeten ze nu dus vanaf 2016 ook aantoonbaar op locatie verzekerd zijn.

Het aanbod in verzekeringen is erg beperkt en aanbieders van verzekeraars al helemaal. Nederland telt momenteel maar 2 verzekeraars die dit type verzekering aanbiedt.
Daarbij moet je ongeveer rekening houden met 8% van de nieuwe waarde van je drone aan premie per kalenderjaar.
( voorbeeld : Phanthom kost 1299,- X 8% premie = 103,- per jaar aan  verzekering)

Zoals je in onderstaand filmpje kan zien zit een ongeluk in een klein hoekje…

Regelgeving “Mini drones” aangepast….

Over het onderwerp “Mini Drones” is al heel veel gezegd en met name het commercieel vliegen na 1-7-2015.
Ook in de nieuwe aanpassing zal deze maatvoering naar beneden worden bijgesteld (van 4KG naar 1KG) aldus EUROusc.

Mocht dit ook daadwerkelijk een feit zijn, dan houd in (voor de snelle rekenaars onder ons) dat ook de kleinste klasse categorie “DJI Phantom” in de professionele categorie gaat vallen en je dus beperkt mag vliegen (binnen de modelvlieg wereld). Deze groep kan ongestoord vliegen op de daarvoor aangegeven locaties zoals : afgezetten velden binnen de gemeente en sportvliegvelden.

Ook zal er na verwachting een by-pass komen op de mini-drone qua formaat, zo zijn “fixd-wing-drones” vele malen lichter maar veel groter dan de categorie S1000 drones en zal er een maximale afmeting binnen deze categorie komen.

Zodra we meer nieuws hebben, melden we dit direct aan jullie….

———————————————————————————–

Update 19-6-2015 

Vandaag is er vanuit de staten generaal uitstel aangevraagd omtrent de nieuwe regelgeving 1-10-2015
De “Mededeling Europese luchtvaartmarkt voor het veilige en duurzame civiele gebruik van drones” en zal op donderdag 3 september 2015 opnieuw herzien worden.
Tot die tijd is er geen uitsluitsel op de nieuwe regelgeving en is de verwachting dat 1-7-2015 ook uitgesteld zou worden als datum voor intreding nieuwe civiele regelgeving.
Of de deadline (die gesteld is door minister Mansveld) per 1 oktober wel gehaald word als september de case “Mini-Drones” als hamerstuk op de agenda staat, lijkt ons het niet heel onwaarschijnlijk dat ook deze datum ver vooruitgeschoven word.
Tot zo ver voor de hobbyisten toch een zonnige zomer…

Besluitvorming uitgesteld

 

Details van de nieuwe regelgeving per 1-7-2015

Bij het gebruik van Remotely Piloted Aircraft System (RPAS), ook wel Drones genoemd, maakt Nederland onderscheid tussen particulier/recreatief en beroepsmatig gebruik.

Particulier/Recreatief

Particulieren mogen met bepaalde drones vliegen, als zij zich aan de regels houden. De drone moet bijvoorbeeld altijd voor de piloot zichtbaar zijn. En binnen de bebouwde kom mag niet gevlogen worden. Op het particulier/recreatief gebruik van RPA is de regeling modelvliegen van toepassing. Meer informatie staat op de webpagina’s van Rijksoverheid.nl.

Beroepsmatig gebruik

Met beroepsmatig of zakelijk gebruik van RPAS wordt het gebruik met een economisch of bedrijfsmatig oogmerk bedoeld. Op het beroepsmatig gebruik zijn het Besluit met regels voor- en de regeling op afstand bestuurde luchtvaartuigen van toepassing. Bedrijven of beroepspiloten mogen een RPA alleen gebruiken als ze een vergunning hebben van de ILT.

Ontheffingen verdwijnen
De ILT kan tot uiterlijk 1 juli 2015 ontheffing voor beroepsmatig gebruik verlenen aan bedrijven en piloten voor:
RPA’s met een gewicht tot 150 kg;
Het gebruik binnen het zichtbereik van de piloot en/of assistent ((Extended) Visual Line Of Sight) op veilige afstand van de bebouwde kom, mensenmenigten, rail- en wegverkeer en de luchtvaart.
Maximaal 1 jaar (NB de geldigheidsduur van een ontheffing vervalt niet bij de inwerkingtreding van het vergunningenregime).

 

Verder blijven door de ILT aan buitenlands RPAS operators (piloten) verleende ontheffingen geldig voor de termijn waarop deze van toepassing is. Dit geldt ook voor speciale ontheffingen voor het gebruik van RPA met een groter zichtbereik dan (Extended) Visual Line Of Sight, met een grootmaatschappelijk belang.

Hoogte drones nieuwe regelgeving
Voor beroepsmatig gebruik verstrekt de ILT vanaf 1 juli 2015 vergunningen voor:

Bedrijven: ROC – RPAS Operator Certificate
Piloten: RPA-L – vliegbewijs
Toestel: S-BVL – Speciaal Bewijs van Luchtwaardigheid
Onderhoud: Technische keuring volgens IDCA door erkend bedrijf
Opleiding: geregistreerde RPAS vliegschool (modules T/P)
NB Zo gauw de aanvraagformulieren voor deze vergunningen gereed zijn, worden ze gepubliceerd.

Gebruiksbeperkingen
Voor beroepsmatig gebruik gelden de volgende gebruiksbeperkingen zoals ook verwerkt in de regelingen en vergunningen;

Bron: Rijksoverheid